Beste vrienden en sponsoren,
Ik ben nu een paar weken weer terug uit Gambia. Maar wil jullie toch graag even laten weten hoe het gegaan is. Het schooljaar is gestart in september. Het duurde even voordat we echt aan de slag konden want door het regenseizoen was de tuin een groot oerwoud geworden.

En op de dag dat we dan echt zouden starten regende het zo erg dat het hele leven in Gambia plat lag. Geen vervoer, geen mensen die aan het werk gingen, enorm veel water op de weg. Dus dat was nog een noodgedwongen vrije dag voor mij.
Het was erg leuk om de kinderen op hun eerste dag weer te zien. Ze waren blij met de etuis, die ik voor ze had meegenomen. Elk etui gevuld met materiaal en voorzien van eigen naam.
We hebben weer enorme stappen gezet. Door al het speelgoed dat door de Paradijsvogel in Vogelenzang was opgehaald konden we een echt speellokaal inrichten. En de jongste kinderen mogen nu na de pauze in dit lokaal spelen. Wat een feest. Kinderen zijn in Gambia helemaal niet gewend om met speelgoed te spelen. Dus delen en kiezen is al heel erg moeilijk. De meisjes adopteerden meteen ieder een pop en een wagentje. En dan zie je ook bij Gambiaanse meisjes het moederinstinct meteen opkomen. Met dat verschil dat de poppen meteen op de rug gebonden werden.
Als school begint om 9 uur staan de jongste kinderen al voor de deur van het speellokaal en het is nog een hele opgave om ze eerst in het leerlokaal te krijgen.
De leraar gebruikt nu gelukkig ook een vast dagschema. Eerst een uur gebarentaal voor alle kinderen samen. Dat gaat erg goed. De eerste dag moest iedereen er weer even inkomen, maar vanaf de tweede dag wist iedereen het gelukkig weer. Daarna werken de kinderen in verschillende groepen. Spellen, rekenen of nog meer gebarentaal. Na een half uurtje is het pauze. Sommige kinderen willen niet naar buiten en willen gewoon door gaan met de les. Voor hun heb ik boekjes met plaatjes, mijn laptop met plaatjes, of gewoon een spelletje memorie, mikado of puzzelen.
Na de pauze gaan de jongsten met David, de klassenassistent het lokaal uit om te spelen en dan is er tijd voor de oudsten om in hun boeken te werken.
Al met al ben ik tevreden. Ik weet dat de leraar Bakary soms denkt: wat wil ze nu weer??? Maar hij doet zijn best en zegt nooit nee. En als hij het eenmaal geprobeerd heeft is hij gelukkig ook enthousiast. Ik snap dat het lastig is, men is gewend om heel klassikaal les te geven. Maar met 15 kinderen op 6 niveau’s is dat niet te doen. Dan moet er altijd een groepje wachten op een ander groepje. En ik moet dan toch wel glimlachen als hij een compliment over mij maakt aan mijn taxichauffeur.
Ook het dorp raakt eraan gewend dat we met dove en zwakbegaafden werken. Soms vragen ze wat het gebaar voor iets is. En als ik op een ochtend me in de klas omdraai en ik zie dat de schoonmaakster Jarra voor het bord staat en een gebaar aan de kinderen uitlegt ben ik aangenaam verrast.
Waar ik in de komende tijd aan wil werken is dat de kinderen wel gebaren kennen, maar dat nog niet naar de praktijk brengen. Voor sommigen van hun is het nog onduidelijk dat ze die gebaren leren om te kunnen communiceren. Dat is best lastig want je kunt het niet uitleggen omdat ze doof zijn. Dus ik ben blij met elke ezel, kip en koe die langs het lokaal komt wandelen.
Ik dank jullie nogmaals hartelijk voor de sponsoring.
Groeten,
Mirjam Abbes



